Samenvatting: Ik beperk mij in dit blog tot het theologische probleem van kwaad zoals het behandeld wordt door Rik Peels en Stefan Paas in 'God bewijzen. Argumenten voor en tegen geloven' (2014). Peels en Paas laten serieuze bezwaren weg tegen hun oplossing voor het probleem van het kwaad. Die bezwaren zijn bekend in de literatuur en makkelijk te vinden. Zij hadden die bezwaren tenminste moeten bespreken. Door die bezwaren weg te laten lijkt hun betoog ten onrechte redelijk en overtuigend.
Ten tweede verhullen Peels en Paas de onaangename consequenties van het Sceptisch Theïsme doordat ze een abstract betoog houden. Wanneer ze wel concrete voorbeelden geven zijn het triviale voorbeelden. Daardoor lijkt hun standpunt redelijk. Maar dat is maar schijn. Zouden ze alle consequenties van hun standpunt aan de lezer presenteren, of alleen maar hun standpunt met serieuze voorbeelden illustreren, dan zou het de lezer snel duidelijk worden dat hun standpunt onredelijk en onethisch is.
Introductie
Er gebeuren dingen die de meesten van ons betreuren, verafschuwen, gewoon niet willen dat ze gebeuren: 9/11, de watersnoodramp van 1953, een jonge moeder die sterft aan Acute Lymfatische Leukemie, Hiroshima en Nagasaki, racisme, oorlog, genocide, honger. We willen slechte dingen voorkomen. Tenminste, als we daartoe in staat zijn. Personen met veel macht, kunnen veel doen. Hoe meer macht, hoe meer iemand kan doen. Als er een persoon zou bestaan die onbeperkte macht heeft, alles weet en moreel perfect is, dan zal die slechte dingen kunnen en willen voorkomen. Een persoon met de eigenschappen Algoed, Alwetend en Almachtig grijpt in. Maar het kwaad bestaat. Dat is het theologische probleem van het kwaad. [21]
Het probleem van het kwaad
De bespreking van het probleem van het kwaad hebben Paas en Peels ondergebracht in §3.13 'God Zou Nooit Zoveel Lijden Toelaten' (p.198–222). Die paragraaf is onderdeel van hoofdstuk 3: 'Argumenten Tegen Het Bestaan Van God Overtuigen Niet'.
Ze behandelen het probleem van het kwaad dus als een argument tegen het
bestaan van God, niet tegen zijn karakter. In totaal besteden de auteurs 24 pagina's aan het
probleem waarvan ze zelf zeggen "dit wordt vaak als het
sterkste argument tegen het bestaan van God beschouwd" (p.199). [20]
Paas en Peels onderscheiden verschillende deelproblemen. Ik heb daar een schema van gemaakt:
 |
Figuur 1. Probleem van het kwaad. |
Het existentieel probleem van het kwaad
Het existentieel probleem van het kwaad is het emotionele probleem dat ontstaat door de ervaring dat een liefdevolle God kwaad in het leven van mensen toelaat, zoals een kind verliezen.
- scheiding emotie en argumenten
"Gelovigen
en soms ook niet-gelovigen roepen naar de hemel en vragen zich diep
vertwijfeld af of er een God is als zij iets afschuwelijks meemaken in
hun leven. Wat zulke mensen nodig hebben is liefde, aandacht, zorg en
een luisterend oor. Het zou te gek voor woorden zijn om bij iemand die
net een kind verloren heeft met filosofische of theologische argumenten
aan te komen." (p.200).
"Hier
stellen we alleen de vraag of het probleem van het kwaad in
intellectueel opzicht een geldig argument is tegen het bestaan van God" (p.201).
Die
ervaring van vertwijfeling is authentiek. Daar mag en kan nooit iets
van afgedaan worden.
Peels en Paas doen nu het volgende: eerst wordt het existentiele probleem
van het kwaad afgezonderd van het intellectuele probleem. Vervolgens zeggen ze dat het existentiële probleem van het kwaad géén argument is tegen het Sceptisch Theïsme.
"Existentieel is zo'n uitleg voor ons moeilijk te verteren. Als het over een verkrachting van een kind gaat, vinden we elke poging om te suggeren dat dit op de een of andere manier onderdeel kan zijn van een hoger plan onsmakelijk. (...) Daarom is onze walging tegen dit soort lijden en pogingen om het 'goed te praten' existentieel heel begrijpelijk, maar dat is geen weerlegging van Sceptisch Theïsme." (204)
Onsmakelijk? Walging? De vraag die Paas en Peels niet stellen is: Waarom zijn theologische argumenten in die situatie niet troostend? Is dat logisch? Is dat vanzelfsprekend? Moet je dat verwachten? Zouden theoretische en praktische oplossingen niet een eenheid moeten vormen? Zij zouden zich daar ernstig zorgen over moeten maken. Het zou zeer verontrustend moeten zijn. Waarom is het Sceptisch Theïsme ("God
kan redenen hebben die ons verstand te boven gaan") niet troostend in deze situatie? Zou je niet van de cognitieve inhoud van het geloof moeten verwachten dat het de ultieme existentiële, emotionele problemen
oplost? [14]
Die discrepantie tussen theorie en emotie komt nog een keer terug tot slot:
"De ervaring van lijden, persoonlijk of bij anderen, kan iemands geloof kapotmaken of iemand de lust benemen om ooit in God te geloven". (218)
Kapotmaken? Maar dan is de theorie ('God bestaat') totaal niet voldoende en niet opgewassen tegen de werkelijkheid. En alweer hameren Paas en Peels erop dat het belangrijk blijft om onderscheid te maken tussen intellectuele en existentiële problemen. Maar hoe komt dat? Waar ligt dat aan? Er is kennelijk een grote discrepantie tussen theorie (de perfecte
eigenschappen van God) en de praktijk van het leven (het verdriet). Als die theorie geen steun biedt in de praktijk van het leven, dan is er toch iets ernstigs mis met die theorie? [13].
Als God Algoed is dan kun je
aannemen dat dat door God gesanctioneerde leed in feite een zegen is. [8]
Het logische probleem van het kwaad
Nog vóórdat ze het logische probleem van het kwaad inhoudelijk hebben behandeld komen Peels en Paas met de mededeling:
"Sinds enkele decennia wordt de logische versie van het probleem alom –door zowel gelovigen als niet-gelovigen– als weerlegd beschouwd" (p.201).
Dit is niet juist. In het wikipedia artikel Alvin Plantinga's free will defense kan men lezen:
"While Plantinga's free will defense has received fairly widespread acceptance among philosophers, many still contend that it fails to adequately resolve the problem of evil. Additionally, the defense only addresses moral evil, not natural evil" (wikipedia)
Paas en Peels gaan begaan hier dus twee ernstige fouten. Er is dus geen sprake van dat iedere filosoof van mening is dat het probleem is opgelost. Ze vergeten op dat moment te vermelden dat de Vrije Wil verdediging uitsluitend gaat over het morele kwaad. Het natuurlijk kwaad blijft onaangeroerd.
Vrije Wil verdediging
Op pag. 201 werd aangekondigd dat het Logische Probleem van het Kwaad opgelost is. Pas op pag. 210 wordt het logisch probleem van het kwaad met als oplossing de 'Vrije Wil verdediging'
(Plantinga) behandeld.
Het wordt niet netjes uitgelegd, maar in de discussie blijkt dat ze het over moreel kwaad
hebben. Ze besluiten de paragraaf met de conclusie dat "Het logisch probleem van het kwaad is opgelost, daar is vrijwel iedere vakgenoot van Plantinga het over eens." (p.211). Ze vergeten te vermelden dat daarmee
niet het probleem van het natuurlijk kwaad is opgelost. Ook vergeten ze hierbij hun eigen onderscheid van het probleem van het kwaad vóór en na de de komst van de mens toe te passen (zie tweede figuur).
Door er zo op te hameren dat 'het probleem is opgelost' verdwijnt totaal uit het zicht dat begrippen 'Algoed' en 'Liefdevol' tot brekens toe zijn o p g e r e k t . De begrippen veranderen in het tegenovergestelde. Je zou kunnen zeggen dat die begrippen in geen enkel opzicht meer lijken op de begrippen zoals ze in het dagelijks spraakgebruik begrepen worden. Iemand die toeziet hoe mensen elkaar martelen en uitmoorden zonder ook maar iets te doen, zou geen redelijk mens 'goed' en 'liefdevol' durven noemen. Ook hier geven ze triviale voorbeelden: we laten allemaal wel eens kwaad toe om iets goeds te bereiken, we gaan allemaal naar de tandarts, hoewel we weten dat dit behoorlijk pijn kan opleveren! Echt lastige vragen zoals: Mogen we atoombommen op Hiroshima en Nagasaki laten vallen om de oorlog te bekorten? of: Mag je Hitler doden? worden niet gesteld. Tenslotte verzuimen ze uit te leggen of de Vrije Wil verdediging samengaat met hun 'Sceptisch Theisme' of dat het een alternatief is. Sluien ze elkaar uit? Is de een beter dan de ander? Moet je een keuze maken?
 |
Figuur 2. Probleem van het kwaad (vervolg). |
Evidentiële probleem van het kwaad
Daarna wordt evidentiële probleem van het kwaad (het kwaad maakt het bestaan van God onwaarschijnlijk) behandeld en opgelost in welgeteld acht zinnen!
Waarvan de laatste zin luidt: "Het is dus helemaal niet duidelijk of er überhaupt een goed evidentieel bezwaar is aan te voeren tegen Gods bestaan, op basis van het kwaad in de wereld." (212). Dat is het! Mijn bezwaar is dat ze niet expliciet zeggen dat alle concentratiekampen zoals Vught, Amersfoort, Westerbork, Auschwitz, Sobibór, Bergen-Belsen, Buchenwald, Dachau, Mauthausen, Neuengamme, Ravensbrück, Sachsenhausen [19], en tegenwoordig in Noord Korea, het bestaan van een Algoede Liefdevolle God niet onwaarschijnlijk maken. Om het echt concreet te maken zou ik alle namen moeten opnoemen van mensen die in de loop der geschiedenis in concentratiekampen en oorlogen zijn omgekomen. Paas en Peels houden een abstract betoog en verzuimen in deze context de praktische consequenties van hun standpunt duidelijk te maken aan hun lezers. Ze weten wel degelijk welke onnoemelijke hoeveelheid leed elke seconde over de wereld wordt uitgestort [7], maar ze kiezen er voor het hier niet te melden. Daardoor lijkt hun standpunt veel redelijker en acceptabeler dan het in werkelijkheid is. We zien dat ook bij het behandelen van het probleem van het natuurlijk kwaad waarbij ze zich beperken tot "een reekalfje dat moet toezien hoe het wordt ingesloten door een bosbrand" (207) [6] in plaats van bijvoorbeeld dat er in 1883 ten gevolge van de Krakatau eruptie 36.417 doden vielen en door de tsunami die het gevolg was vielen er nog eens duizenden gewonden, en er 165 dorpen verwoest werden.
Sceptisch theïsme: WE WETEN HET NIET EN HOEVEN HET NIET TE WETEN
"Het probleem ontstaat wanneer de zin van het lijden ons ontgaat. (...) de moord op zes miljoen Joden – is zulk zinloos lijden geen aanklacht tegen het bestaan van God? Een belangrijke reactie op het probleem van zinloos kwaad is het sceptisch theïsme." (203)
Hier lijken Paas en Peels de holocaust in eerste instantie als zinloos lijden te zien. Maar twee regels verder schrijven ze:
[A] "God (...) zal, als hij volkomen goed is, geen kwaad toelaten zonder dat hij daar een goede reden voor heeft" (203)
Als je voor een bepaald kwaad een goede reden hebt, is het zinvol kwaad. Onvermijdelijk volgt hieruit dat God goede redenen had om de Holocaust niet te voorkomen. Let op: Peels en Paas zeggen dit niet letterlijk, maar dit volgt uit hun uitspraak [A]. Zeiden ze het maar zelf, dan had ik het niet hoeven doen. Nu loop ik het risico dat Peels en Paas boos worden. Maar dit is geen poging om Paas en Peels iets in de schoenen te schuiven wat ze helemaal niet bedoelen. Het volgt direct uit het historisch feit dat God de holocaust niet verhinderd heeft [2]. Had iemand nl. de holocaust voorkomen, dan was het nu geen feit. Ik kan er alleen maar naar raden waarom Paas en Peels er geen duidelijke uitspraak over doen. Of ze willen het niet, of ze kunnen het niet, of ze durven het niet, of ze willen hun lezers niet schokkeren, of het is zo evident dat ze het niet expliciet vermelden. Maar de conclusie is onvermijdelijk. Maar Paas en Peels gaan nog een stapje verder:
[B] "Deze benadering ontkent dus dat God elk kwaad wil voorkomen. God laat sommige [11] kwade dingen toe" (203).
In discussie's op dit blog werd eens gesteld dat God de Holocaust niet kon verhinderen (wegens technische redenen). Maar Paas en Peels zeggen dus dat God niet ieder kwaad wil voorkomen. Dus: ze maken het argument dat God technisch niet in staat zou zijn de holocaust te verhinderen irrelevant. Als we aannemen dat
[C] de holocaust valt onder 'kwaad'
moeten we uit de uitspraken A+B+C concluderen dat
[D] God een goede reden had om de Holocaust niet te verhinderen. Daarom wilde Hij het niet. En daarom deed Hij het niet.
Let op: dit zeggen Paas en Peels niet letterlijk. Nergens in het boek komt 'God' + 'holocaust' of 'Auschwitz' in dezelfde zin voor. Maar het volgt logischerwijze uit hun uitspraken. Het is dus niet iets wat ik hun in de mond leg. Het is geen 'leuke' uitspraak. Hebben Paas en Peels met deze uitspraak dan helemaal geen problemen? Dat is moeilijk te zeggen omdat ze daar nooit expliciete uitspraken over doen. Dat is juist mijn punt. Omdat ze nooit expliciet de relatie God–holocaust bespreken, komt bijvoorbeeld Holocaust theology ook niet voor in hun boek. Als je dát overslaat, sla je het moeilijkste probleem van de 20e eeuw over. Het moeilijkste probleem in moreel, psychologisch en levensbeschouwelijk opzicht. In dat opzicht is hun betoog oppervlakkig [10].
Dat God niet ieder kwaad wil voorkomen, is dat niet strijdig met Algoed? Hij moet toch op zijn minst het kwaad willen uitroeien?
Is dat niet strijdig met het gegeven dat God "volgens christenen volmaakt liefdevol is en altijd gericht op ons welzijn." ? [24]
Daar komt nog bij dat je geen scheiding kunt aanbrengen tussen Gods wil en Gods karakter (241). Het zegt dus nogal wat over Gods karakter dat God de holocaust niet wilde verhinderen. [23]
Maar er is meer. Paas en Peels gebruiken de klassieke definite van God als een almachtig, alwetend en volkomen goed wezen [3] (324). Daaruit volgt dat God zelfs het allerkleinste detail van Auschwitz en de hele holocaust heeft gezien. God heeft toegekeken terwijl de holocaust zich aan het voltrekken was. Maar niet alleen dat. God wist van te voren dat de holocaust te gebeuren stond (alwetend).
Maar zelfs dat is niet alles. Zoals uit het Sceptisch Theïsme blijkt, laat God mensen in het ongewisse over de redenen waarom Hij de holocaust liet passeren. Paas en Peels kennen de redenen niet. God liet het meest gruwelijke van de 20e eeuw ('the greatest crime of the twentieth century') passeren, én liet mensen bovendien in het ongewisse over zijn redenen [15].
Gebrek aan duidelijkheid
Waarom zijn Paas en Peels niet duidelijker over wat Sceptisch Theïsme inhoudt? Het is te pijnlijk om God direct in verband te brengen met Auschwitz? Maar toch is dat onvermijdelijk als je God in verband wilt brengen met de feiten van deze wereld.
Eerlijk gezegd verbaast het me niet dat Paas en Peels niet gedetailleerd uitwerken wat hun Sceptisch Theïsme concreet inhoudt. Ik denk dat ze vaag zijn omdat het te pijnlijk is om duidelijk te zijn. Ze kunnen in hun God blijven geloven omdat hun God vaag is. Anderen, zoals de theoloog Carel van der Linden, trokken hun conclusie uit het probleem van het kwaad. Dat Paas en Peels dié auteurs niet bespreken is niet toevallig. Het is zeker opvallend [16].
Wat Paas en Peels weglaten
Paas en Peels laten weg wat de implicaties van Sceptisch Theïsme zijn voor de ethiek en moraal: implications for moral theory and moral living [12]. We hebben hier dus geen eerlijke behandeling van het Sceptisch Theïsme. Ernstige bezwaren tegen je eigen standpunt weglaten hoort niet. Dat is niet professioneel en niet eerlijk tegenover de lezer. [17]
Dat is niet uit te leggen
Volgens Paas en Peels kunnen atheisten "niet uitleggen hoe je weet dat dit goed en kwaad is" (236). Niet uitleggen? Als je bedenkt dat "Een alwetende, volkomen goede en almachtige God is per definitie niet na te rekenen" (204) [4], hoe kunnen ze dan nog uitleggen waarom zekere zaken moreel slecht zijn en andere moreel goed zijn en waarom we bepaald gedrag afkeuren of aanprijzen. "Als we geen verhaal hebben te vertellen bij onze morele beslissingen, zal het niet meevallen om begrip te krijgen van andere mensen of hen te overtuigen." (226). Inderdaad! Dat is precies het grote probleem bij het standpunt van Paas en Peels: ze hebben geen verhaal omdat hun God 'te groot is om door ons begrepen te worden'. Als hun moraal van God komt, moeten ze Hem op zijn blauwe ogen geloven. God vragen stellen en antwoorden krijgen is niet mogelijk. Paas en Peels:
"Ons punt is: wie zijn of haar morele overtuigingen wil rechtvaardigen, zonder een beroep te doen op God, raakt verzeild in buitengewoon lastige intellectuele problemen" (226).
Mijn punt is dat wie zijn of haar morele overtuigingen
wil rechtvaardigen met een beroep op 'God', raakt verzeild in
buitengewoon lastige intellectuele problemen, zoals ik in dit blog laat zien. Ook al is het waar dat atheïsten geen filosofische fundering hebben voor de moraal, wat schiet je er mee op om een principieel onbegrijpelijke persoon als bron voor de moraal te kiezen? Een persoon die zo hoog boven de mens verheven is dat Hij geen verantwoording hoeft af te leggen aan de mens? en niets uitlegt?
Sceptisch Theïsme vernietigt Moraal
In het Sceptisch Theïsme van Paas en Peels weten wij mensen niet waartoe elk kwaad mogelijkerwijs dient. Als God een reden heeft om niet in te grijpen, dan heeft God kennelijk goede redenen om niet in te grijpen, en dus de status quo te laten bestaan. Waarom zouden wij dan ingrijpen in de door God gewilde status quo? Dat moeten gelovigen dan juist niet doen. Maar dat verlamt hun handelen. Alle morele idealen zijn vernietigd. Wat wij aanzien voor kwaad, is het misschien niet, want het kan een bedoeling hebben die ons ontgaat. Het verlamt moreel handelen. Een Algoede, Alwetende, Almachtige God is de perfecte manier om alles wat mensen moreel slecht vinden om te toveren in moreel goed. God zou juist een moreel ideaal moeten zijn. Om een moreel ideaal te kunnen zijn, moet het ideaal niet samenvallen met de status quo. Maar het Sceptisch Theïsme vernietigt het moreel ideaal omdat het zegt: zoals het nu is, is het Gods bedoeling. Als God je morele ideaal is, dan is kennelijk niet inrijpen je morele ideaal [18].
Morele verantwoordelijkheid
"Of je zou kunnen denken dat mensen morele verantwoordelijkheid kunnen dragen, dat ze grote invloed kunnen uitoefenen op de wereld." (328)
"Zodra we een zekere mate van controle hebben, komt verantwoordelijkheid om de hoek kijken en zodra controle afwezig is, verdwijnt onze verantwoordlijkheid." [25]
Personen met veel macht, kunnen veel
doen en hebben een grote morele verantwoordelijkheid. Hoe méér macht, hoe méér invloed ten goede iemand kan uitoefenen. Een minister heeft meer macht dan een lokale politicus, en die heeft meer macht dan een gewone burger. Als er een
persoon zou bestaan die onbeperkte macht heeft, alles weet en moreel
perfect is, zal die de grootst mogelijke morele verantwoordelijkheid dragen, die ver uitgaat boven ons nietige mensen. Er is maar één persoon met de eigenschappen Algoed, Alwetend en Almachtig: God. En die persoon heeft automatische de grootste morele verantwoordelijkheid. En die persoon grijpt niet in [18].
Morele idealen
De
meeste gelovigen en ongelovigen hebben idealen nodig om te leven. In
navolging van een honderden jaren oude traditie hebben gelovigen hun
ideaal 'God' genoemd, het meest perfecte wezen. Maar het meeste perfecte
wezen rechtstreeks verbinden met het grootste morele kwaad op aarde
vernietigt het meest perfecte. Die verbinding is: het het kwaad een (onbekende) bedoeling geven (Sceptisch Theïsme). Daardoor wordt het Kwaad tot Goed verheven. Maar het perfecte moet perfect blijven. Het ideaal moet een ideaal blijven. Het kwaad moet het kwaad blijven om krachtdadig bestreden te kunnen worden.
Conclusie
Volgens Rik Peels en Stefan Paas is het kwaad een ervaring die gelovigen en ongelovigen met elkaar delen (200). Dat is absoluut waar. Er is echter één groot verschil: degenen die in de Almachtige Algoede Alwetende Liefdevolle God geloven, hebben zich een extra probleem op de hals gehaald, waar ze al eeuwen mee worstelen, nl. te verklaren waarom die God zelfs het allerergste kwaad toelaat. Desondanks claimen Rik Peels en Stefan Paas dat geloven in een God die Auschwitz liet passeren ook nog natuurlijk, gezond, gelukkig makend, en nuttig voor de samenleving is (210) [22].
Postscript 11 maart 2013
Het theologische probleem van het kwaad is een dilemma met maar twee uitwegen: óf de AAA-God opgeven, óf ontkennen dat de holocaust het ergste kwaad van de 20e eeuw was. De keuze om én de AAA-God én het feit dat de holocaust het ergste kwaad van de 20e eeuw is te accepteren, dwingt tot noodoplossingen waarvan de details voor P&P kennelijk te erg zijn om op te schrijven.
Noten
- Ze gebruiken wel (a) de uitdrukking 'zes miljoen Joden zijn omgebracht' in een andere context en (b) 'het vermoorden van meer dan zes miljoen Joden in de Holocaust' als voorbeeld van moreel kwaad; en (c) 'de moord op zes miljoen Joden - is zulk zinloos lijden geen aanklacht tegen het bestaan van God?" (p.203)
- Zie eerder blog: De auto van Elliott Sober en het probleem van het kwaad 25 mei 2012. Merkwaardig genoeg hadden lezers hier enorme problemen mee terwijl het toch een geldige logische redenering is.
- Paas en Peels gebruiken verschillende omschrijvingen van God: "een liefdevolle, alwetende en almachtige God"; 'Almachtig, Alwetend, Algoed' en 'liefdevolle, alwetende, almachtige'; 'volmaakt liefdevol en almachtig' (189); 'volmaakt goed en liefdevol, almachtig' (199); 'een God die almachtig, liefdevol, en alwetend is' (219). Er is geen consistentie definitie van God.
- Wat is de intellectuele winst van een God die je zo definieert dat hij per definitie niet is na te rekenen?
- "Welk groter goed is er gediend met een reekalfje dat hulpeloos moet toezien hoe het wordt ingesloten door een bosbrand?" (207)
- Zelfs hier beschrijven ze het eufemistisch, in plaats van: het reekalfje wordt levend verbrand.
- In een andere context (p.205) weten ze "Als we enigszins tot ons door laten dringen welke onnoemelijke hoeveelheid leed elke seconde over de wereld wordt uitgestort, ..." (205)
- Bart Voorzanger, pers. comm.
- PP geven het voorbeeld van een vrouw die alle mannen rotzakken vindt door de slechte ervaring met één man. Het voorbeeld gaat mank, want er zijn geen aparte goden die het kwaad toelaten, en betere goden die het kwaad voorkomen, waaruit je kunt kiezen.
- Soms komt de gedachte bij mij op dat het boek voor kinderen geschreven is. Kinderen val je niet lastig met de relatie God–holocaust. Voorbeelden als reekalfjes (207) (Bambie) spreken kinderen aan. Misschien is het onderwerp holocaust te groot voor een klein boek. Maar PP ruimen wel plaats in voor het 'theepot argument'. Een kwestie van prioriteiten.
- Let op het eufemistische 'sommige': Auschwitz valt onder 'sommige'.
- Bron: Internet Encyclopedia of Philosophy (IEP), a Peer-Reviewed Academic Resource.
- De wetenschap kan tegenwoordig goed verklaren hoe kanker bij
kinderen ontstaat. Daar heb je religie niet voor nodig.
- Nota bene: "Op een dag zul je het misschien begrijpen"! (205) Is dat een antwoord?
- Als je er over nadenkt begin het te duizelen: als Anne Frank en alle andere Joden in 40-45 tot God baden, zweeg God over wat hun te wachten stond, terwijl God het allemaal wist tot in de kleinste details.
- Ze zouden dan moeten erkennen dat er behalve 'religiebestrijders' ook theologen bestaan die het met hen oneens zijn.
- Ze hebben wel een paar interessante observaties over de moraal. Ik ben van plan daar nog een kort blogje over te schrijven.
- "...dat God voor ons gevoel zo weinig van zich laat merken." (196) is wel een erg eufemistische uitdrukking, als God Auschwitz laat passeren. Verder schrijven de auteurs: "Verreweg de meeste gelovigen denken wel degelijk dat God actief betrokken is in de werkelijkheid." (142). Maar als dat zo is, hoe denken die gelovigen dan over dat 'actief betrokken' als het over de holocaust gaat? Tegelijkertijd claimt Stefan Paas "God in de klassieke theïstische tradities is echter per definitie niet een onderdeel van de werkelijkheid.". Dat is strijdig met 'actief betrokken' bij de wereld. Paas maakt het wel echt te bont.
- Ik ben van een generatie waarvan de ouders de oorlog nog hebben meegemaakt, waaronder een aantal van die ouders die in concentratiekampen hebben gezeten.
- Die theologische vraag waarom God het kwaad laat voortbestaan is wat mij betreft überhaupt de belangrijkste vraag die je kunt stellen. Wie maakt zich druk om het ontologische godsbewijs of het kosmologisch godsbewijs als God Auschwitz heeft laten passeren? Alle andere vragen zijn daarbij vergeleken academische haarkloverijen. Ik zie een nieuwe titel: 'Why Science Does Not Disprove God' van Amir Aczel. Wat doet het er toe wanneer de wetenschap God niet heeft weerlegd, als diezelfde God Auschwitz heeft laten passeren? Wat is je winst? En: wat maakt het uit dat God wonderen heeft verricht als hij Auschwitz liet passeren? Wat maakt het uit 'Why There Almost Certainly is a God' als die God Auschwitz niet wilde verhinderen?
- "Als het christendom juist is en als God
goed is, waarom lijden mensen dan zo intens: welk verhaal vertelt de gelovige aan de lijdende mens? Hoe
kan het bestaan van een pasgeboren kind, dat twee dagen later sterft, enige zin
hebben: welk verhaal vertelt de gelovige aan de moeder? ..." lees de rest op: blog Jan Riemersma 22 Feb 2014
- In noot 125 (KOBO ebook) staat echter: "Dat wil niet zeggen dat elk apsect van geloof gelukkig maakt. Het zou bijvoorbeeld goed kunnen zijn dat bepaalde eigenschappen van God helemaal niet bijdragen aan het geluk van gelovigen." (Opmerkelijk: in de papieren versie is dit noot 17 van hoofdstuk 3. Lekker handig voor het citeren: verschillende noot systemen!) Maar welke eigenschappen van God dragen niet bij aan geluk? Kunt U wat meer specifiek zijn? toegevoegd: 5 maart 2014
- Paas en Peels citeren hier Thomas van Aquino (241) om het Eutyphro dilemma te ontzenuwen. Ze schrijven verder: "God kán het martelen van kinderen niet goed vinden; dat zou in strijd zijn met zijn aard." Maar God laat het toe: is dat niet strijdig met zijn karakter? toegevoegd: 5 maart 2014, aangevuld 6 Maart 2014
- Toegevoegd: 15 maart 2014
- Toegevoegd: 15 maart 2014
(Als ik vandaag nog foutjes in de tekst tegenkom zal ik die corrigeren. Mocht U fouten ontdekken dan kunt U dat altijd melden)
Eerdere blogs over dit onderwerp:
Blog Jan Riemersma:
"Tenslotte is God verborgen, lijdt de mens erbarmelijk, lijkt de alledaagse werkelijkheid op rake wijze te worden beschreven door het naturalisme en zijn we aantoonbaar vatbaar voor wensdenken." (preciese datum onbekend, 2013)