|
Pieter van Vollenhove en Nico de Haan in DWDD |
|
Matthijs van Nieuwkerk met
'De Nederlandsche Vogelen' in
zijn talkshow DWDD 9 okt 2014 |
Pieter van Vollenhove vertelde in DWDD dat er voor al die mooie illustraties in de Nederlandsche Vogelen 1770–1829 heel wat vogels zijn afgeschoten. Dat was een dissonant in de feestelijke en vrolijke presentatie van het boek. Maar van Vollenhove vertelt de halve waarheid. Hier volgt de andere helft van het verhaal.
Ook volgens de inleiders van het boek zou er in die tijd geen romatische houding ten opzichte van de natuur bestaan en zou de natuur geen intrinsieke waarde hebben. Men zou uitsluitend de natuur als gebruiksvoorwerp bezien en beoordelen in termen van nuttig of schadelijk (p.15). Het klopt dat je bij Sepp en Nozeman bijna bij iedere vogel wel opmerkingen vindt over nut of schadelijkheid. Het is waar dat bijna routinematig bij de platen mededelingen staan zoals bij de Groenpootruiter: "dit voorwerp is hier in 't Duin, buiten Haarlem, in deeze Voorwinter geschooten" (p.538). Nog een stapje verder gaan de auteurs door zelfs zeldzame dwaalgasten als de Ralreiger en de Zwarte Ooievaar neer te knallen om ze op te kunnen nemen in de Nederlandsche Vogelen! Maar kun je ze dat echt kwalijk nemen? Als je ze niet kunt fotograferen of geen verrekijker of telescoop hebt, en je wilt de vogels toch zo natuurgetrouw weergeven, wat voor alternatief heb je dan? De bedoeling van het hele project was om alle in Nederland voorkomende vogels te documenteren. Schieten of vangen is de enige methode om de vogels dood of levend in handen te krijgen. Anders kun je ze niet goed onderzoeken (bv: afmetingen, anatomie, aantal staartveren, maaginhoud). Bedenk dat ze maar enkele exemplaren per soort nodig hebben plus eieren en nest om een illustratie en beschrijving te kunnen maken. Vergeet niet dat een natuurhistorisch museum als 'Naturalis' in Leiden een zeer grote collectie opgezette vogels heeft. Hoe komen zij aan hun opgezette exemplaren? [1]. Menno Schilthuizen schrijft zonder blikken of blozen dat een Argentijnse stekelstaarteend werd geschoten [11]. Dat heet wetenschappelijk onderzoek. Maar dat deden Nozeman en Sepp ook.
Bewondering
Wat van Vollenhove en de inleiders over het hoofd zien is dat er ook bewondering voor vogels is. Die bewondering gaat niet over de smaak van gebraden houtsnippen, maar om de prachtige kleuren van bijvoorbeeld de pauw. En die bewondering wordt niet gefalsifieerd door het schieten van vogels. En ook dat vogels bijdragen aan 'de vervrolijking en verlevendiging van de natuur'. De roodborstjes zijn zeer tam en zeer lieve vogeltjens. Dat komt toch aardig in de buurt van een intrinsieke waarde van de natuur? Het feit dat men vogels doodde om ze te bestuderen en dat anderen op grote schaal vogels doden om ze op te eten, mag ons niet blind maken dat er tegelijkertijd bewondering voor de natuur bestond. Immers, hoe kun je je levenswerk (letterlijk!) maken van het systematisch beschrijven en het maken van uiterst nauwkeurige, ambachtelijk ingekleurde afbeeldingen van 250 Nederlandse vogels, als je vogels niet bewondert? "Het is een werk dat van precisie, vakmanschap en een grote liefde voor vogels getuigt" [2]. Waarschijnlijk werden de vogels vooral geselecteerd op hun esthetische waarde. Men vond ze mooi. Vogels waren het waard om tot kunstwerk verheven te worden. De fraaie illustraties zijn het meest in het oog springende onderdeel van het hele werk. Waarschijnlijk werden de kopergravures ook los verkocht, want tegenwoordig zijn nog vele originele platen te koop. Ze waren geschikt om aan de muur te hangen. Zelfs van een Huismus werd nog een kunstwerk gemaakt. Soms zelfs lijkt de bewondering wat overdreven zoals in het geval van de Rietgors: "Hy is onbetwistbaar zeker de allerfraeist gevederde van onze Vaderlandsche Musschen"! (hier)
Zang
Vaak wordt melding gemaakt van de zang. Van het Goudhaantje wordt gezegd: "zy maaken een niet onaangenaam geluid". Van andere vogels: "aangenaam tierelieren", of: "de zang is welluidend en aangenaam". Over de Roodborstjes: "zy hebben, vooral de Mannen, een zeer bevalligen zang". De bewondering gaat zo ver dat ze vanwege die zang de roodborstjes ook in kooitjes in de huiskamers hielden en 'in Italië worden van deze vogeltjes een lekkerny gemaakt'.
Het voorbeeld bij uitstek van schoonheid is natuurlijk de pauw:
|
Pauw (Pavo Cristatus mas) (p.788) amazon.co.uk |
"Ofschoon alle dieren onze bewondering waardig zijn ...
Onder deze soorten munt bovenal uit, en mogen wij zeggen bekleedt
de eerste plaats de Paauw (p.787)
Maar tegelijk lezen we: "De paauwenjacht is op Java, Sumatra en Bengalen een groot en bijzonder vermaak" (p.789). Lieve help! Wat erg! Het is dan wel niet in Nederland, maar je leest ook nergens afkeuring van dit soort praktijken in het boek. En dat had toch wel gekund? En de auteurs schamen zich ook niet om te melden dat ze behalve graag door anderen geschoten vogels in ontvangst nemen, bijvoorbeeld de zeldzame Notekraker [7], ze zelf ook vogels hebben geschoten voor het boek. Dat zegt een hoop over de mentaliteit. Daar had Vollenhove wel gelijk in, maar er is méér aan de hand.
Vogels werden niet alleen geschoten. Men probeerde ook vogels uiteenlopend van Blaauwborstje tot Kraanvogel te vangen en in gevangenschap in leven te houden. Ook werden jonge Vlaamse Gaaien en Eksters uit het nest gehaald en in kooitjes gehouden om ze leren 'klappen' (praten)! Jonge merels werden uit het nest gehaald om ze deuntjes te leren fluiten en soms zelfs 'praten'.
|
Blaauwborstje (Sylvia suecica) (detail)
"...schoone hemelblaauwkleurige keel en borst..."
(The Prints Collector) |
Bijvoorbeeld het Blaauwborstje (een niet algemene soort):
"... in kooijen worden ze zeer tam." (!)
"Vlug en vrolijkheid is eene wezentlijke eigenschap van dit Vogeltje."
"Als schadelijk kan men vosltrekt deze diertjes niet houden, ... en in het gezellige leven aardige beestjes en indien men zulks zouden kunnen verkiezen, ook tot spijze zeer goed te gebruiken."
Notabene: ze zijn tam, aardig, vrolijk, en mooi! Hoe kun je zo'n vogeltje dood maken en eten!?! Hoe krijg je dat voor elkaar? Er moet gezegd worden dat de auteur zich voorzichtig uitdrukt: "indien men zulks zouden kunnen verkiezen". Hij zou ze zelf niet eten? Hier nog enkele opvallende voorbeelden:
De Pestvogel: "... sierlyken vogel ...".
"Geplukt en gebraden zyn zy niet minder smakelyk
dan de Lysters en Vinken"!
"... hunne uitstekende schoonheid ... Koninglyke lekkerny."!
|
Scolopax gallinago (bokje) (p.403-405) |
Bokje: "... munten uit door fraaiheid van kleur."
"... en worden door Liefhebbers ruim zo
smakelyk geacht als anderen."
Bij het beoordelen van de houding ten opzichte van de natuur, moet men rekening houden met de omstandigheden van eind 18e – begin 19e eeuw: relatief veel ongerepte natuur, veel vogels, weinig mensen, geen wetgeving op dat gebied, en vogels zijn vlees. Wilde vogels werden toen met karrevrachten naar de markt gebracht (dat zal in de trektijd geweest zijn). Het kon niet op. Nergens in de tekst blijkt dat de auteurs zich zorgen maken over uitsterven, of dat ze de lezers waarschuwen om het wat rustiger aan te doen met de vogelvangst. Er waren toen wel zeldzame soorten maar dat kwam niet door bejaging voor zover ik kan vaststellen. De natuur leek onuitputtelijk [10]:
Kleine Strandloper:
"Bellonius verhaalt dat men van zynen Zee-Leeurik, vyf of zeshonderd dozynen, op eenen Saterdag, in de Winter, in Vrankryk, zag aanbrengen"! [dus ruim 6000 !]. (p.456)
Lijsters:
"Men vangt nu of dan op eene enkele Buitenplaats in Kennermerland wel eens 400 stuks Lysteren" (p.65).
Overal is men op deze vogel gesteld (!), millioenen worden er in Pruissen gevangen en gegeeten, alleen in de stad Dantzig wierden in 1746 30.000 paren aangegeven" (p.634)
Grote Stern:
"somtijds kan men in zulke streken duizend en meer eieren in een omvang van een of twee roeden vergaderen" (p.711) [5]
Een tweede omstandigheid: er was géén grootschalige bioindustrie die iedere Nederlander van goedkoop vlees, melk, kaas en eieren voorzag. Mijn indruk is dat in die tijd een verrassend groot aantal wilde soorten vogels in Nederland –waaronder soorten waar de meeste Nederlanders nog nooit van gehoord hebben – voor een niet te verwaarlozen deel voorzag in de vleesbehoefte: houtsnip, kwartelkoning, witte strandloper, goud- en zilverplevier, snep, zaagbek, wilde eend, kokmeeuw, verschillende soorten lijster-achtigen [8], kievit, waterhoentje, wulp, wintertaling, brilduiker, krakeend, krombekstrandloper, maar ook kleinere zangvogels als blaauwborstje en putter. En die werden niet alleen door de welgestelden gegeten. Juist ook door de armen. Behalve wilde soorten werden er in die tijd ook miljoenen tamme duiven gegeten als alternatief voor varkens-, rund- en schapenvlees (p.690).
Vogelbescherming?
Wanneer er van bescherming sprake is in de Nederlandsche Vogelen, dan is dat meestal niet belangeloze natuurbescherming. Over de Blauwe Reiger: "Dewyl zy, in onze Provincie, onder het Edel Gevogelte worden geteld, zo is het niet geoorlofd hunne nesten te stooren of te beroven." De reigerjacht was een voorrecht van Duitsche Vorsten. Ook de Patrijs viel onder het 'Edel Gevogelte'.
Ik kom in het boek geen of zeer zelden besef tegen dat je zuinig moet zijn op vogels om ze voor toekomstige generaties te behouden. Kennelijk was er een overvloed? Is er al sprake van enige bescherming dan is het om te kunnen blijven jagen: Korhoenders (nota bene!): "zy mogen volgens de Jagtgerichten om het tweede jaer geschoten worden opdat 'er altoos voorraed van dit edel wild gevogelte blyve". Dit gold ook voor Veldleeuwerikken: de gewone man mocht ze niet vangen omdat de Duitsche Adel zich dat voorrecht had toegeëigend.
Een zeldzame keer lees je dat de 'billijke jager' zich hopelijk zal inhouden, zoals bij de Veldleeuwerik vanwege zijn bekoorlijke zang dat hart en zinnen streelt (p.631). Bij de Nachtegaal zie je een zeldzame hint dat je de natuurlijke omgeving van een vogel moet beschermen als je wilt dat de vogel daar gaat broeden.
Zo nu en dan kom je het tegenovergestelde van vogelbescherming tegen: er staat een premie op het doden van schadelijk geachte vogels. Voorbeeld: de Bruine Kiekendief (nu een door vogelliefhebbers zeer gewaardeerde, fraaie vogel!).
Dubbele moraal?
Terugkijkend op de cynische opmerking van Pieter van Vollenhove over de Nederlandsche Vogelen: dat was niet fair. Hij gaf een misleidend beeld van zowel onze tijd èn van de 18e eeuw. Toen: hij gaf de halve waarheid. Onze tijd: alsof wij het op alle fronten beter doen dan toen. Misschien wist van Vollenhove niet dat er in Nederland in het jachtseizoen ongelimiteerd geschoten mag worden op houtduif, fazant, wilde eend, konijn en haas. Denk ook aan de affaire met Marktplaats waarover ik in 2012 geblogd heb: Ooievaar of oehoe te koop. En vergeet niet de vogelsterfte en bijensterfte door landbouwgif. Denk ook aan Prins Bernard, die 'hield van de natuur' om op te schieten [3],[4]. Hij was een 'natuurliefhebber' in de dubbele betekenis van het woord. Denk aan de bedreigde status van chimpanzee, gorilla, orang-oetans en alle grote roofdieren. Wereldwijd gezien wordt er gejaagd op bedreigde diersoorten: olifant, giraffe, ijsbeer, tonijn, walvis, haai, etc. En wat dacht je van het 'ruimen' (= vergassen!) van honderdduizenden kippen en eenden in de afgelopen weken? Ook dat zijn vogels! Er zijn nu in Europa 420 miljoen minder vogels aanwezig dan in 1980, dat is een achteruitgang van 20% [9]. Het is dus misplaatst om af te geven op 18e eeuwse gewoontes als er nu nog zoveel mis is in Nederland en de rest van de wereld.
Over hypocrisie gesproken: Sepp en Nozeman kunnen er zelf ook wat van: zij noemen de Blauwe Kiekendief 'lafhartig' omdat hij weerloze kuikentjes grijpt; maar lees ook eens de beschrijving hoe ze 's nachts een slapende Buizerd uit een boom schudden en hem vervolgens afmaken! (p.737). En het meest opmerkelijke is dat de auteur dat allemaal zonder blikken of blozen en zonder enige schaamte opschrijft! Ook een voorbeeld van dubbele moraal. Ze waren niet in staat de maatstaven waarmee ze vogels beoordeelden op zichzelf toe te passen.
Intrinsieke waarde?
Volgens de uitgevers van het boek de Nederlandsche Vogelen heeft de natuur tegenwoordig intrinsieke waarde. Ja, uiteraard voor natuurbeschermers heeft de natuur intrinsieke waarde. Inderdaad, vogelliefhebbers schieten niet meer met geweren maar met telelenzen. Maar leeft de intrinsieke waarde van de natuur in de politiek of in brede lagen van de bevolking? De tegenstrijdigheid bestond toen en bestaat nu nog steeds: we doen alle moeite om Korhoenders in Nederland te behouden, we importeren ze zelfs uit Zweden om ze te herintroduceren op de Sallandse Heuvelrug, en tegelijk vergassen we ganzen die de brutaliteit hebben te grazen op de voedselrijke weilanden rondom Schiphol. We vertroetelen onze huisdieren en tegelijk eten we massaal goedkoop geproduceerd vlees uit de zgn. 'intensieve veehouderij'. Er bestaan uitdrukkingen voor dit verschijnsel: 'dubbele moraal' of 'meten met twee maten'.
Het is juist die paradoxale combinatie van bewondering en het doden van vogels die mij steeds opvalt in het boek en mij steeds blijft verbazen. De auteurs van het boek zien dat totaal niet. Maar dat is in feite nog steeds zo: "We aaien ze, we haten ze, we eten ze"! (Hal Herzog). Of is hier het spreekwoord You can't have your cake and eat it van toepassing? Ik besluit met een treffend staaltje van dubbele moraal: de in Nederland zeer zeldzame Roodkopklauwier (tenminste is nu zeldzaam):
"hij maakt een krassend geluid, somtijds echter niet onaangenaam.
Het vleesch is niet onaangenaam van smaak." ! (p.771) [6]
(kleine tekst updates t/m 1 Jan 2015)
Noten
- Hein van Grouw - De dierenpreparateur bij Naturalis vertelt dat er nog steeds dieren aan de collectie worden toegevoegd. Misschien uitsluitend dieren die dood gevonden zijn?
- Dutch Birding website
- Prins hield van de natuur, ook om op te schieten Volkskrant 9 dec 2004
- Unieke jachtfoto's van prins Bernhard op safari Volkskrant 29 nov 2014
- Een roede is een oppervlaktemaat. Ik vraag me af of er In Nederland tegenwoordig überhaupt nog broedkolonies bestaan van duizend vogels. En tegenwoordig zijn broedvogelgebieden tijdens het broedseizoen verboden voor het publiek!
- Volgens de moderne vogelgids maakt de roodkopklauwier zowel een krassend geluid als kneu-achtige zang! Dat is dus wat Nozeman en Sepp gehoord moeten hebben en misschien door elkaar gehaald hebben.
- Notekraker: en dat gaat ver: "Een myner Vrinden had het vermaek van 'er eenen uit een boom te schieten ..." (p.39). Ze zijn er dus nog trots op ook!
- Zie het verhaal over de enorme vangsten van lijster-achtigen in de trektijd die een heel dorp in levensonderhoud voorzag en waarbij ze zelfs nog genoeg overhielden om in te maken voor het volgende jaar (p.65, koperwiek)
- "This year brought dismal news about the world's birds: They are vanishing at an alarming rate. Across 25 European countries, about 420 million fewer birds are present today than in 1980, a 20% decrease, especially in the 36 most common species." W. John Kress, Valuing collections, Science 12 Dec 2014.
- Lees de beschrijving van de kievit! (p.131). Het blijft je verbazen! [16 Dec 2014]
- Menno Schilthuizen (2014) Darwins Peepshow, p.179. [toegevoegd: 1 Jan 2015]
Postscript
Ik heb de Nederlandse Vogelbescherming aangeboden een artikel over de Nederlandse Vogelen voor hun blad te schrijven, aannemende dat dat de aangewezen plaats zou zijn. Te meer daar ze het boek ook in hun winkel verkopen en Nico de Haan van Vogelbescherming ook bij de presentatie van het boek in DWDD aanwezig was. Ik had het mis! De redactie was niet geinteresseerd! Zij hadden geen belangstelling om inhoudelijk op het boek in te gaan! Daar begrijp ik helemaal niets van. Het is uiterst leerzaam en boeiend om vogelbescherming toen en nu met elkaar te vergelijken! Kennelijk willen ze het boek alleen verkopen om inkomsten genereren... Wat een onwetenschappelijke club! Zijn het eigenlijk wel vogelliefhebbers?
Vorige blogs over dit onderwerp:
- Nederlandsche Vogelen (1) Een vernieuwend ornithologisch standaardwerk uit de 18e - 19e eeuw
- Nederlandsche Vogelen (2) Een aanzet tot evolutionair denken in de kiem gesmoord.
Links:
De Nederlandsche Vogelen is volledig in te zien op de website van de Kon. Bibliotheek. Dit heb ik pas later ontdekt. Er is kennelijk geen ruchtbaarheid aangegeven om de verkoop van het boek niet te hinderen?