Jelle Reumer (2013) 'De Vis Die Aan Land Kroop' Historische Uitgeverij |
De Vis Die Aan Land Kroop van Jelle Reumer ziet er zeer aantrekkelijk uitziet, vele illustraties en het geeft een overzicht van de evolutie van gewervelde dieren in 200 pagina's [1]. Dit blog is géén bespreking van het boek. Dat zou veel meer tijd kosten. Waar ik nu wel een opmerking over wil maken is het volgende plaatje van de geologische tijdschaal:
Figuur 4: de geologische tijdschaal. |
Bovenstaande de geologische tijdschaal (figuur 4), bevat alle tijdperken en ziet er heel kleurrijk en overzichtelijk uit, en is een standaard weergave van de geologische tijdschaal, maar een (groot) nadeel is dat alle tijdperken even lang duren. Zo lijkt het Pleistoceen (2,57 miljoen jaar) even lang te duren als het Oligoceen (11 miljoen jaar), en het Cambrium (54 miljoen) even lang als het Proterozoïcum (1958 miljoen jaar, dus 36x zo lang!). De tijden staan wel op de verticale as, dus je kunt er wel achter komen. Als je op het idee komt om er op te letten. Als je de werkelijke tijdsduur zou moeten weergeven wordt de hele figuur onleesbaar. Want je zou dan bijvoorbeeld de namen van de recente tijdperken in een veel te krappe ruimte moet proppen of een aantal namen weglaten. Hoe dan ook, figuur 4 geeft een vertekend beeld van de geologische geschiedenis van onze planeet. En dat vind ik jammer. Je ziet dan niet hoe lang het heeft geduurd voordat 'de vis aan land kroop' (= ontstaan van landdieren), en de mens is helemaal op het laatste moment verschenen. Daar kom ik in een volgend blog nog op terug: waarom heeft het zo lang geduurd? Je komt niet eens op de vraag naar aanleiding van zo'n misleidende tijdschaal.
Een alternatieve weergave is de geologische tijdschaal in een cirkel weergeven. Zo geeft een figuur op de wiki pagina Geologic Time Scale een aardige indruk van de echte tijdsduur. Klik 2x op de cirkelvormige figuur! De belangrijkste gebeurtenissen staan erbij. Het nadeel is dat er maar 6 tijdperken in staan genoemd.
Een oplossing is de gehele 4,5 miljard jaar opsplitsen in 4 tijdschalen met ongelijke tijdschalen zoals gedaan is op dezelfde wikipagina onder het kopje Condensed graphical timelines. Als er ook nog met lijntjes aangegeven zou worden op welk deel er ingezoomd wordt, dan heb je een figuur die een juiste visuele indruk geeft van de tijdsduren. Als je dan ook nog de belangrijkste gebeurtenissen er in zet, zit je een eind in de goede richting.
Tijdperken als Hadean en Archean duren lang en er gebeurt weinig. Wat heeft het voor zin een leeg tijdperk weer te geven op dezelfde schaal als een recent tijdperk waarin veel gebeurt? Dat is juist het punt: waarom is dat tijdperk 'leeg'? En waarom duurt het zo lang? Het probleem moet zich visueel aan je opdringen.
Zelfs in een evolutieleerboek als 'Evolution. A Biological and Palaeontological Approach' zie je een geologische tijdschaal in de Appendix (!) die aan hetzelfde euvel lijdt, maar als opschrift heeft 'geological time-scale with variable scales for different eras'. Dat helpt een klein beetje!
Mijn favoriete Strickberger's Evolution 4th ed. heeft een hoofdstuk getiteld 'The Enormity of Time' (klinkt veelbelovend) dat begint met: "It is impossible to appreciate the vastness of the universe, or the enormity of time" en laat het daar bij! Doet nota bene geen enkele poging om de tijdschaal in beeld te brengen!
Scott Freeman, Jon C. Herron (2006) 'Evolutionary Analysis 4th Edition geven over 2 pagina's drie tijdschalen beginnend bij het Cambrium met de belangrijkste gebeurtenissen en de evolutie van continenten erbij. Op zich aardig gedaan, maar de 'enormity of time' wordt niet zichtbaar gemaakt omdat alles vóór het Cambrium wordt weggelaten.
Het populaire en fraai geïllustreerde 'Evolution. The Triumph of an Idea' van Carl Zimmer probeert het ook met variabele tijdschaal maar zet bya, mya en kya (miljard, miljoen, duizend jaar) bij de getallen (p.70-71). Ook een manier. Toch visueel niet overtuigend. In zijn Tangled Bank heeft hij een fraai tijdschaal over 4 pagina's (binnenkant van het kaft), waarbij hij smokkelt met de weergave van de totale tijdschaal, maar bedenkt een oplossing voor het Quarternary (de laatste 2,5 miljoen jaar) die hij in een aparte tijdschaal weergeeft, op zo'n manier dat direct visueel duidelijk is dat er ingezoomd is. Dit is een ideale methode.
Zelfs de Geological Society of America 'rommelt' een beetje met de tijdschalen.
Conclusie
Als de tijdschaal niet op een visueel verantwoorde manier wordt weergegeven, dan krijgt de student geen correct beeld van de evolutie van het leven op aarde en zal hij/zij niet gauw specifieke vragen stellen over het hoe en waarom van de timing van gebeurtenissen in de geschiedenis van het leven op aarde. Op die vragen kom ik terug in een volgend blog.
update 3 dec 24: enkele taalfouten gecorrigeerd!
Noten
- Zie mijn Nederlandse evolutieliteratuur pagina met recensies.
Gert
ReplyDeleteHet zou ook wel aardig zijn om in een tijdschaal plaatje de dikte van een laag afhankelijk te laten zijn van het percentage aard oppervlak waar zo een laag nu nog te vinden is.
Ik denk dat de oudste lagen het zeldzaamst aan de oppervlakte komen en die plaatsen beroemd zijn, maar het zal even zoeken zijn om zo'n atlas met percentages van alle lagen te vinden vrees ik...
ReplyDeleteDenk ik ook , al heb ik er geen gegevens van. (opgezocht)
ReplyDeleteDit houdt dus vermoedelijk in dat de kans dat je een tiktaalik in het (laat)siluur zou vinden zo wie zo een stuk kleiner is dan in het devoon. En daar hebben we er nog maar één van (dacht ik)
Zeker als het siluur ook nog eens geen (rivier)kust is.
Gert
ReplyDeleteOp wiki kwam ik nog wel de geologische /paleontologische lijst met vindplaatsen tegen:
http://en.wikipedia.org/wiki/List_of_fossil_sites
Als je alleen kijk naar het aantal keer dat geologische periode genoemd wordt vanaf het Trias t/m Cambrium vrij constant is gemiddeld 15x of zo behalve voor het Perm dat slechts 6 x voorkomt.
Vond ik wel apart?
André, als je naar het FOSSIL artikel in Wikipedia kijkt zie je een kopje 'chemical fossil': dat heeft maar 2 zinnetjes en verwijst niet naar een hoofdartikel. Een groot gebrek. Die zijn des te belangrijker in de oudste geologische lagen omdat daar geen traditionele fossielen te vinden zijn waarnaar paleontologen op zoek zijn (botten). Daar kom ik in een volgend blog op terug.
ReplyDelete